2. Kennismaking met Doortje Ponne
Egbarta en Dolph maken zich zorgen over de verre nicht van HDK die ze uit de Verenigde Staten hebben laten overkomen. Een eigenzinnige tante die Doortje Ponne. Het kunstenaarsduo heeft haar aangetrokken als curator van het kunstproject Buro HDK 2018. In de maanden tot aan de volgende Kunstmaand op Ameland, in november, is ze te vinden in een ruimte in Museum Sorgdrager (‘het kleine huis’). Ze houdt er kantoor om diverse onderdelen van een kunstproject rond de vermaarde walvisvaarder Hidde Dirks Kat tot uitvoering te brengen.
De onderwerpen liggen voor het oprapen: de expeditie met de brik Juffvrouw Klara naar Groenland, de liefdevolle redding van de commandeur en zijn medeschipbreukelingen van de ijsschotsen in de Noordelijke Atlantische oceaan door de Inuit-bevolking (de ‘ongedoopte wilden’), de overwintering en de behouden terugkeer naar zijn geliefde waddeneiland Ameland. Ze mag er invulling aan geven met muziek, poëzie, beeldende kunst en wat ze nog meer weet te bedenken. Al die kunstzinnige bijdragen zullen Kat losmaken van het geschiedenisboek en tot leven brengen.
Met vlagvertoon en behoorlijk wat aandacht in de media is op vrijdag 19 februari de feestelijke aftrap gegeven en ging het kunstproject op het eiland van start. Doortje nam haar intrek in een pension en is sindsdien dagelijks te vinden in de kleine kunstruimte in het museum.
Maar kort daarna wordt het stil. Heel stil. ‘We horen zo weinig van Doortje’, klagen E&D. ‘Geen mailtjes, appjes of telefoon, helemaal niks. Als we bellen, neemt ze niet op. En je snapt dat de klok wél doortikt.’ Dat was wat Dolph aan de telefoon uitlegde toen hij mij belde om zijn zorgen te delen. Hij polste voorzichtig hoe ik tegen de situatie aankijk. ‘Kun jij niet eens naar Ameland gaan en uitzoeken water aan de hand is? Jij bent goed in coachen en zo. Als jíj met haar praat, laat ze misschien horen wat haar dwarszit en kun je haar wellicht op weg helpen.’
Ik laat me overhalen en neem de zaterdag daarop de ochtendboot naar Ameland. Daarna komt er een briefwisseling tussen ons op gang. Mijn eerste brief staat hieronder afgedrukt. Ik hoop op een spoedig antwoord.
Leeuwarden, 24 mei 2016
Geachte mevrouw Ponne, beste Doortje,
De afvaart van veerboot van half zeven van Ameland naar Holwerd heb ik zaterdagavond nog net kunnen halen. De bus was verlaat en het duurde een eeuwigheid voordat iedereen met alle koffers en rugzakken op zijn plaats zat. Je weet hoe dat gaat. De veerpont bleef gelukkig wachten. Aan boord had ik een tafeltje voor mij alleen en dus alle tijd om wat aantekeningen voor deze brief te maken.
Ik kijk terug op een heel plezierige kennismaking met jou. Als je het mij vraagt ben je heel goed bezig met het Hidde Dirks Kat-project. Binnenkort zie ik Egbarta en Dolph voor iets anders en dan zal ik het zeker met ze over je hebben en hoe het je vergaat op Ameland.
Wat me bij is gebleven aan ons gesprek, is dat het net lijkt alsof ik je al heel lang ken. Dat heb je soms met mensen: dat kennismaken net een voortzetting lijkt van een eerdere ontmoeting.
Vind je het raar als ik zeg dat ik met aandacht naar je handen heb gekeken? Ik zal je uitleggen waarom.
Ik ben behoorlijk besmet geraakt door de bevlogen verhalen van E&D over Hidde Kat. Daardoor ben ik aan het lezen geslagen over de commandeur en over de walvisvaart. Ik verslind alles waar ik maar de hand op kan leggen. Dat krijg je door dat reisverslag van de overwintering op Groenland. Dolph had ik er al eens een enthousiast verhaal over horen vertellen.
Toen ben ik het zelf gaan lezen en dan ben je gelijk verkocht. Vooral als het gaat over de overwintering en het verblijf bij de wilden. Daar loopt het verhaal als een trein, je leest het in één ruk uit. Het is bijna niet voor te stellen dat het over iets gaat van tweehonderd jaar geleden. De schrijfstijl is uiteraard een beetje gedateerd. Maar het wordt zo fris verteld, dat het lijkt alsof het gisteren is gebeurd en dat je erbij was.
Maar nu over die handen. Weet je waar je een echte Kat aan kunt herkennen? Jij denkt vast: aan het gewicht – met de buikomvang van Hidde Dirks in het achterhoofd. Nee, het gaat om een heel ander kenmerk. In een Leeuwarder Courant van jaren geleden (handig hè, allemaal digitaal op internet te vinden) las ik dat ene Jan Kat (van Nes op Ameland) wist te vertellen dat alle Katten ‘korte vingers’ hebben….
Dat Katten-DNA is niet tot in jouw generatie doorgedrongen: jouw vingers zijn prachtig lang.
Is dat fenomeen van de handen bij jullie thuis, aan de andere kant van de oceaan, wel eens ter sprake gekomen? Hadden jullie het vaak over de verre oom van het van tweehonderd jaar geleden? Ik ben benieuwd naar jullie gesprekken over hem en naar verhalen over HDK die nog niet op internet zijn verschenen.
Dat kunstproject lijkt me een hele klus. Het idee is in de hoofdjes van E&D zo geboren, maar daarna komt het op stug en hard werken aan. ‘Eerst moet er iets gebeuren, voor er wat gebeurt” – was dat niet een uitspraak van Cruijff?
Het lijkt me niet makkelijk op al die kunstenaars op één lijn te krijgen. Stuk voor stuk eigenwijs en de een weet het nog beter dan de ander. Maar volgens mij had je bij de Obama-campagne met minstens zulke lastige mensen te doen. YES WE CAN is toch ook jouw lijfspreuk? En je mag met trots terugzien op de fantastische resultaten die Mr. President mede dankzij jou heeft geboekt.
Van het HDK-project ga je net zo’n succes maken, daar ben ik van overtuigd. Ik weet zeker dat als het achter de rug is – als de slingers zijn opgeborgen en de confetti is opgeveegd – jij kunt terugzien op geweldige resultaten van dit project.
Ik steun je helemaal in je aanpak om de druk op de dichters zachtjesaan wat op te voeren. Wil jij op tijd een bundeltje met arctische gedichten kunnen uitbrengen, dan moeten de heren wel op tijd materiaal inleveren. En dat komt er niet door inspiratie in de kroeg op te doen of eindeloos blokjes om te lopen. Jaag ze maar naar hun koude zolderkamertjes. Dan kunnen ze op de achterkant van hun potlood kluiven en naar het plafond staren, net zo lang tot er iets fraais uit hun brein naar het papier vloeit.
By the way, aan het eind van de middag liet in ons gesprek je iets vallen over “oude spullen”. Je hebt iets in het kleine huis gevonden waar je het nog met mij over wilt hebben? Jammer dat ik zoveel haast had om de boot te halen. Je keek een beetje bezorgd toen je het ter sprake bracht. Wil je me er meer over vertellen? Schrijf me maar, dan kan ik misschien met je meedenken; samen vinden we vast een oplossing. Tot gauw, ik wacht je brief af.
Hartelijke groet,
Jan de Waard