1. De Kast
Nog even laat de eigenzinnige Doortje Ponne haar blik dromerig gaan over de stille huizen aan de overkant, als ze naar buiten kijkt vanuit de kleine commandeurswoning aan de Herenweg in Hollum.
De witte wolkenmassa boven het dorp steekt fel af tegen het heldere blauw van de hemel boven Ameland en, ver weg aan de kant waar de stranden blinken in de zomerzon, licht de rand van een eenzame wolk op in een gouden stalenkrans.
Doortje draait zich om en recht haar rug.
Dan neemt ze een besluit. Nu niet meer dromen van Rembrandt en Hollandse luchten in de zomer, denkt ze, let’s get to work. Had ze niet de vrije hand gekregen van haar opdrachtgevers Egbarta Veenhuizen en Dolph Kessler bij het inrichten van Buro HDK 2018, in het huis met de ‘muizentandjes’ in de gevel?
Ze loopt over van ideeën. De hele lange reis in het vliegtuig vanaf JFK International Airport had ze tijd om te dromen over haar werk als curator in het museum op Ameland. Modern, dat zou de tentoonstelling worden die ze ging inrichten; eigentijds en vernieuwend, of course. Ook wel educatief, want van elk verhaal kun je wat opsteken, dat had ze wel geleerd in de VS.
Nou, eerst maar eens de boel aan de kant.
Ze smijt de ramen wagenwijd open van het kleine huis, dan kan het eens flink doorluchten. Alle hoeken van de lage zoldering gaat ze te lijf met een ragebol, op zoek naar stoffig spinrag. Ze haalt de bezem door de kamers, dweilt de stenen vloer en schrobt het blauwstenen stoepje. Tevreden kijkt ze om zich heen.
Nu kan ze aan de slag met het leeghalen van het statige kabinet dat voor een verder kale muur, waar het zonlicht op valt, staat.
Eén van de deuren van het mahoniehouten gevaarte staat op een kier en laat heimelijk een glimp van de inhoud zien. Langzaam trekt Doortje de kastdeuren open, ze klemmen een beetje, en dan bekijkt ze de volgepropte kastplanken met een kennersoog. Dít is dus wat er bewaard is gebleven van het tweehonderd jaar oude familiearchief dat heeft toebehoord aan Hidde Dirks Kat.
HDK: de beroemde walvisvaarder die ternauwernood gered werd door de ‘wilden’ op Groenland na een jammerlijke schipbreuk en overwintering in 1777. De nazaten van Kat, nog lang woonachtig op zijn geliefde eiland Ameland, hebben nooit de moeite genomen vast te stellen wat er met de inhoud van de kast moet gebeuren. Niemand heeft het met een vinger aangeraakt – het kabinet is ongeopend in het plaatselijke museum terechtgekomen om daar verder te verstoffen.
Plank voor plank tuurt de vrouw onder haar sluike kapsel door naar het binnenste van het kabinet en neemt de inhoud in zich op. Telkens schieten haar zorgvuldig geëpileerde wenkbrauwen omhoog van verbazing.
Het bovenste deel van de kast laat een aaneengesloten rij hoge en uiterst dikke folianten zien. Uit de opschriften, waarvan de verbleekte letters soms bijna niet meer te lezen zijn, stelt ze vast dat het kasboeken zijn. Documenten waarin de gewiekste handelaar Kat door zijn boekhouder de verdiensten liet optekenen die hij in de handelsvaart had vergaard. Daaronder drie planken die zijn volgestouwd met uiteenlopende soorten verpakkingen: dozen, doosjes, potten, glazen, manden, zakken en bundels. En boeken, stapels papieren: journaals in leren banden, met linten dichtgeknoopte portefeuilles, bundels in pakpapier met touw omwonden. Prenten in vergulde lijsten leunen slordig tegen elkaar. Er stijgt een vage, ranzige geur op uit de kast, een lucht die ze niet kan thuisbrengen.
Ze hebben me niet voor niks uit de Verenigde Staten laten overkomen, bedenkt ze als ze wat op haar hoge hakken staat te draaien. Als ze willen dat ik vaart maak met het oog op 2018, moet ik nu doorpakken. Shall I do it my way? Dan gaat alles in één keer in de garbage bin. En dan de hele tentoonstelling inrichten met moderne impressies van de gezette man en zijn nautische avonturen, in plaat van deze stoffige voorwerpen in nog stoffigere kasten neerzetten.
Of zouden D&E – want zo noemt ze Dolph en Egbarta voor zichzelf – te veel van slag raken van zoveel ondernemingslust op één dag?
Ze begint te twijfelen. Misschien zit er tussen al die troep in dat kabinet nog iets waar ze wél wat aan heeft? Dan neemt Doortje zich voor er eerst maar eens een nachtje over te slapen, Rome werd tenslotte ook niet in één dag gebouwd. Ze sluit behoedzaam de deuren van het kabinet en stopt de sleutel bij zich. Het geklikklak van haar hakken is nog even hoorbaar in het stille straatje.
Dan slaat ze de hoek om en zet koers naar de duinen, om toe te geven aan de verlokkingen van het strand, de vloedlijn en de bruisende golven die al die tijd op haar wachten.
De volgende dag onderwerpt Doortje Ponne de kabinetkast alsnog aan een grondig onderzoek. Hij blijkt naast de nodige oninteressante spullen iets te bevatten dat haar aandacht trekt: een pakket dat in stoffig zeildoek is verpakt en daarna dichtgeknoopt met smalle repen leer. Op een kaartje dat er met touw aan vastzit, staan een paar woorden: Kat – Ameland – en de datum 1807. Alles wijst er op dat het pakket ongeopend in de kast is beland.
De eigenzinnige coördinatrice realiseert zich dat zij als eerste de kans krijgt om te zien wat de onbekende afzender tweehonderd jaar geleden bij HDK heeft willen bezorgen. Met haar lange puntige nagels wrikt ze de knopen los zonder zich te bekommeren om haar kostbare manicure. Terwijl ze dat doet, verpulvert het vergane doek onder haar handen en wordt de inhoud prijsgegeven. Met haar handen vol stof en gruis kijkt ze verbijsterd naar wat er onder de bende vandaan is gekomen. Als de volle betekenis van wat de Groenlandse afzender naar Kat heeft gezonden langzaam tot haar doordringt schrikt ze.
Ze schuift alles terug in de kabinetkast, sluit de deuren en draait het meubel zorgvuldig op slot. De sleutel steekt ze diep weg in haar handtas…
Jan de Waard